Vanuit associaties en inschatting van medewerking ontstaat een projectvoorstel. De initiatiefnemer (in onderstaand voorbeeld de jongeren en van hen uit de begeleider spel/theater) probeert collega’s enthousiast te krijgen. In een eerste bijeenkomst legt de begeleider het idee voor en tast ze met de collega’s de mogelijkheden af voor de praktijk. Iedere begeleider moet namelijk mogelijkheden zien om de leerstof van een bepaald leerjaar af te stemmen op thema en tijdpad van het project.

Dit wil ik ook kunnen

Jongeren willen naar aanleiding van een voorstelling van commedia dell’arte zo ook leren spelen.

  • Ze gaan bij spel/theater experimenteren en oefenen met de lichamelijke kenmerken van de verschillende types. Training van het instrument laat de jongeren de speltechniek enigszins veroveren. Daag hen uit tot scènes over maatschappelijke zaken.
  • Het ontstaan van pantomime en commedia dell’arte in de tijd plaatsen (geschiedenis).
  • Gebruik van metaforen bij Nederlands behandelen.
  • Bij beeldend maken ze maskers;
  • Ze ontwerpen spektakelmuziek bij het vak muziek die de scènes aankondigt.

Niet iedere begeleider reageert ad hoc op wat er ontstaat tijdens een les. Het is niet zozeer de vraag welke vakken te integreren zijn, meer welke collega’s open-minded en flexibel zijn in leerstofplanning en een bijstelling daarvan. Een project bepaalt alleen dat leerstof vroeger of later dan de eigen planning aan bod komt, en dat het gebeurt binnen een bepaald kader. Binnen het thema ‘archetypen’ komen maskers, metaforen, late middeleeuwen, vergrotend typematig spel aan bod bij beeldend, Nederlands, geschiedenis en spel/theater. Daarnaast is het wenselijk als maatschappijleer en levensbeschouwing ook aandacht aan de archetypes geven. Verder is de volgorde van de vakken in een week van invloed. Deze verschillen bovendien voor de groepen waarmee je projectmatig werkt.

Vragen
  • Welke mogelijke samenwerking zie je met andere vakken in relatie met je eigen leerplan?
  • Kun je andere docenten inspireren en motiveren tot samenwerking?
  • Hoe stimuleer je de oordeel vrije associaties in de brainstormfase?
  • Wanneer start je het ’kill-your-darlings–proces’ om tot beperking en daardoor tot gerichte verdieping te komen ?
  • Kun je gelijkwaardigheid van vakken realiseren?
  • Is dat altijd nodig of zijn accentverschillen per project acceptabel?
  • Is het op toerbeurt nemen van het voortouw een geschikte optie hiervoor ?
  • Pas je de eigen leerlijn aan
  • Honoreer je ook de  vakoverstijgende doelen?
  • Hoe breng je organische in plaats van geforceerde samenhang tot stand?

Verschillende manieren

Vanuit ieders vak functioneren binnen een project door:

  • je te oriënteren in het thema door associaties te laten opborrelen rondom een kernbegrip.
  • informatie te concretiseren door een technische training;
  • informatie te verwerken  in een verhaal of documentaire.

Welk traject docenten tijdens een vakkenintegratie project afleggen, is naast de eigenheid van het thema dat aan de orde is, afhankelijk van doel, eigen voorkeur en vaardigheid van je collegae en van de jongeren. Iedere begeleider wil in elk geval een helder plan. De begeleider theater wil bijvoorbeeld dat het plan leidt tot spelontwikkeling bij jongeren, tot eventueel een presenteerbare afronding (voor de eigen groep of ook voor anderen) en tot de mogelijkheid van beoordelen. De docent Nederlands wil bijvoorbeeld interessante metaforen toegepast zien of gedichten uit de presentatie bespreken op kenmerken; de docent geschiedenis wil dit, aardrijkskunde wil dat, et cetera.

Wat is er gemeenschappelijk?

Het gemeenschappelijke is altijd: leerstof aantrekkelijk aanbieden binnen een thema en het project toetsen op kennis, inzicht en vaardigheid. De eerdere paragrafen gingen nader in op mogelijkheden van interdisciplinair werken en presentatiegericht werken ter afronding van een dergelijk project. We beschrijven een werkwijze die ieder team zelf op maat van eigen ideeën en mogelijkheden kan hanteren. Naast periodes van vak onderscheidend leren, zijn er periodes van zowel vakspecifiek als vakoverstijgend leren., doordat de docenten samenwerken en vak inhouden op elkaar afstemmen. Dit leidt tot parallelle lessen of tot een project van enkele weken, indien de eerste opstapjes zowel bij jongeren als docenten aanslaan. Projecten honoreren de samenhang tussen vakken en geven een beter beeld van de relatie tussen samenleving en school. De betrokkenheid van jongeren neemt daardoor vaak toe.

Aan de slag

Als je jouw aandeel binnen een project wilt ontwerpen, komen er eerst allerlei associaties en ideeën. Van daaruit ontstaan plannen die je toetst aan praktische zaken als tijd, ruimte en samenwerking binnen de schoolorganisatie.
Als associaties bij jezelf of collega’s moeilijk op gang komen, associeer je vanuit:

  • een chronologische lijn van oorzaken en gevolgen (leidend tot een verhaal);
  • verscheidene Wie’s, Wat’s, Waar’s, Wanneer’s, Waarom’s (leidend tot parallelle verhalen of een documentaire);
  • vormgevingsaspecten als houding, beweging, geluid: taal en klank (leidend tot een technieklijn);
  • de letters van het thema of het ontleden ervan in deelbegrippen (leidend tot beeldlogica, dat wil zeggen dat de samenhang tussen de beelden wel, tussen de begrippen niet navolgbaar is.

Ubbergen, update winter 2021