Het is helemaal niet nodig dat iemand uit een voorstelling haalt wat makers erin gestopt hebben.
Genieten van onbedoelde effecten is niet minder waard dan genieten van bedoelde effecten.
Maar niet genieten van bedoelde effecten, omdat men er geen oog voor heeft, blijft jammer. Emile Schra
Als toeschouwers openstaan (receptie) voor het gebodene (productie) ontstaan er reacties, en wisselen kijkers deze uit (reflectie). We komen hiermee aan het laatste element van spelen: inzicht. Inzicht geeft begrip in samenhang tussen de elementen van spel: hoe functioneren verbeelding, instrument, samenspel en vormgeving samen? Door reflectie ontstaat inzicht in ieder afzonderlijk en in de onderlinge samenhang. Met verworven vaardigheden, inzicht en eigen visie geef je vervolgens naar eigen voorkeur vorm aan jouw verbeelding.
Kunstbeschouwing
Meer dan om feiten gaat het om interpretaties van feiten. Vanuit associaties, gevoelens, gedachten en kennis wisselen beschouwers van een presentatie of voorstelling meningen uit. Luisteraars ontdekken dat standpunt, ervaring, herinnering het kijkgedrag sterk beïnvloeden. Beschouwers stellen vast wat er gezien is en meer nog wat er niet gezien is, omdat dit niet strookt met de interpretatie van degene die wil zien wat z/hij ziet.
Op de toneel waren twee personages te zien: Amie lag achterover in een schommelstoel en bekeek de nog maar net betrokken nieuwe kamer; Steven lag op de grond en las geboeid. ‘Fantastisch toch, zo’n oud plafond‘, ‘Nou geef mij maar dit Perzisch tapijt, heerlijk‘.
Toeschouwers reageren vaak heel verschillend:
(x) ‘Hè hè, weer typisch desinteresse in elkaar’;
(y) ‘Nou nee, een aanzet tot misverstanden’;
(z) ‘Och kom, gewoon een kwestie van verschillend perspectief‘.
Nabespreking
Als deze beperkt blijft tot reacties als van X, Y en Z, spreken we niet van beschouwen. Vanuit X interpretatie krijgt de scène een zwaardere inhoud dan vanuit Y’s kijk erop. Z relativeert de spanning tot nul. We spreken van beschouwen wanneer ze hun bevindingen onderbouwen. X zegt dat er spanning was tussen de personages en toont dit aan met bijvoorbeeld mise-en-scène en toonzetting. Y nuanceert de betekenis ervan. Ze erkennen beide een zekere mate van spanning, kan Z zijn interpretatie nog staande houden? We hebben meestal niet hetzelfde gezien, ieder kijkt vanuit eigen standpunt en referentiekader. Alles wat we waarnemen, nemen we in ons op vanuit eerdere ervaringen en inzichten. Ook de omstandigheden (de ruimte: koud, nat, zonnig; de tijd: ‘s avonds laat, vroeg in de ochtend en de eigen hoedanigheid (gehaast, ontspannen, ziek) laten hun invloed gelden. Daarnaast spelen ook de verwachtingen mee die we ergens van hebben.
Cultuur en tijdgeest
De cultuur en de tijdgeest waarin je leeft, beïnvloedt je verwachtingspatroon. Zo filter je signalen die je ontvangt. Uitwisseling verruimt ieders kijk, je ontdekt verscheidene interpretaties en subjectieve oordelen. Van daaruit kom je als groep tot een gezamenlijk intersubjectief oordeel. Objectieve oordelen zijn niet te geven. Onervaren toeschouwers beleven en bekijken een theaterstuk veelal op de verhaallijn. Ervaren toeschouwers zien meer en hebben oog voor diverse aspecten van vormgeving. Onervaren toeschouwers genieten of genieten niet van theater en hebben daar verder niet zo veel aan toe te voegen. Ervaren toeschouwers zien minimale vooraankondigingen, herkennen een bedoelde betekenis van een symboolgebruik. Zij beseffen de invloed van muziek en licht, de plaatsing in de ruimte van personages op bepaalde momenten. Als het hen niet raakt onderzoeken ze waardoor dat kwam.
Zoveel hoofden zoveel zinnen
- welke voelhorens zet je uit of wil je Oost Indisch doof zijn?
- heb je de oogkleppen thuis gelaten en zie je veel?
- ben je in vormgevingsdetails geïnteresseerd?
- wil je vanuit kennis beschouwen?
- wil je door je gevoel meegenomen worden?
Tijdens een nabespreking komt bij velen slechts de spelinhoud aan bod en weinigen brengen deze in verband met de spelvorm. Door de vorm te bespreken als interpretatie van de tekst, ontstaat inzicht. Makers van theater leven in een bepaalde tijd, in een bepaald land, in een bepaalde (sub)culturele omgeving. Ook techniek en materiële mogelijkheden hebben invloed op een voorstelling. Toeschouwers die in dezelfde (sub)cultuur leven of kennis hebben van gehanteerde traditionele tekens, geven min of meer eenzelfde betekenis aan wat ze zien. Voor wie daar niet in thuis is gaat veel van bijvoorbeeld een wajangpoppenspel verloren. Daarnaast beïnvloedt het gezamenlijk kijken en beleven ieder op zich. De sfeer (gespannen, enthousiast, rumoerig, afstandelijk) werkt bij ieder door.
Kerncompetenties van de mens
Spel draagt wezenlijk bij aan de integrale doelen van het onderwijs, die de menselijke kerncompetenties benoemen als zintuiglijk, motorisch, socoaal emotioneel, cognitief en creatief. We staan hier stil bij de creatieve competenties en inzicht.
Men stelt vaak dat kunst geen kwestie is van theorie maar van gevoel en intuïtie. Dit is slechts ten dele waar, kunst kan niet zonder inzicht en ambacht. Voor beide laatste is theorie relevant, voor het eerste is de moed om creatief te zijn essentieel (Rollo May gelijknamig boek). Het gaat hier om inzicht in het ambacht ‘spelen en toneel/theater maken’.
Na het reproduceren komt het produceren en daarvoor is doorgronden van voorwaarden, wetmatigheden, consequenties van keuzes etc nodig. Als spelers de kennis op de spelvloer vormgeven is er werkelijk inzicht ontstaan en daarmee mogelijkheid naar eigen voorkeur/visie te variëren. Spel is scheppend in verbeelding èn vormgeving. Ervaren spelers zoeken inventief oplossingen en experimenteren vanuit inzichten.
” ‘Ik kan zelf denken ”
Het mooiste compliment ten gunste van drama kreeg ik op een middelbare school te Soweto Zuid Afrika, in de zomer van 1994. Een jongen – hij werd door zijn docenten ‘zwak’ genoemd – sprong in tijdens een meespeeltheatervoorstelling’ en bracht het spelprobleem tot een oplossing. Ik citeer zijn eigen verbaasde woorden: ‘Ik kan zelf denken, zomaar uit het niets wist ik het, speelde ik het!’
Dankzij je creatieve vermogens kun je variëren op bestaande vormgeving en komen tot daadwerkelijk inzicht in hetgeen je creëerde. Soms blijft het inzicht vaag, soms is het er wel maar kun je het niet verwoorden. Je interpreteert wat er is ontstaan en kunt verworven inzicht toepassen op de werkvloer. Binnen de kunsten heeft het woord niet het laatste woord, ze erkennen meer talen.
Te ontwikkelen aspecten van inzicht
- actief deelnemen aan een nabespreking;
- een verhaallijn benoemen en betekenis geven;
- een scène bespreken op elementen van vormgeving;
- theaterbegrippen hanteren in een nabespreking;
- de kern en de rolfuncties van een theater scène benoemen;
- eigen spel relateren aan professioneel spel van (jeugd) theater
- (jeugd)theatervoorstelling bespreken op vormgeving en onderscheid maken tussen benoemen, interpreteren en waarderen vanuit bepaalde aandachtspunten;
- openstaan voor de bedoelingen van de spelers, de regisseurs en de vormgevers van een (jeugd)theatervoorstelling en deze bedoelingen accepteren (laten bestaan) naast de eigen mening en de meningen van groepsgenoten;
- ter plaatse op de vloer inzichten hanteren.
Ook hier aandacht voor integratie van vakken. Spel als verrijking van maatschappijleer, een spel als Weet wat je erft of Het huis dat verhuisde brengt jongeren met hun omgeving of het verleden in contact. De culturele agenda heeft vaak een interessant aanbod via jeugdtheater, educatieve kinderfilms, etc.
Beschouwen vanuit het Spelkwintet
verbeelding: wat heb je gezien?
instrument: wat hebben de spelers gedaan en gezegd?
samenspel: wat hebben de makers (regisseur/spelers)bedoeld?
vormgeving: hoe is de voorstelling opgebouwd?
inzicht: kun je toelichten waarom je vindt dat …?
Spelen vanuit inzicht in spel, spelen en spel produceren
Personages in disharmonie verkerend dagen spelers uit dilemma’s te overwinnen. Voorbij aan ‘zo is het nou eenmaal’, ontdekken ze oorzaak en gevolg en komen tot alternatieven. Creativiteit bevat een onmiddellijke component (ideeën hebben, intuïtief weten, spontaan kunnen) en een al doende (ambachtelijk vorm geven) component. Creativiteit wordt zichtbaar in vormgeving, de onmiddellijke component verwijst naar het rijk der verbeelding.
In spel staat het doen voorop, vaak is er weinig tijd voor beschouwen. Spelers bewust laten worden van wat ze deden, blijft vaak in de schaduw. Door te imiteren, blijf je afhankelijk van ‘hen die het weten’. Door de wisselwerking spelen- bespreken en toepassen in spel, maken spelers zich kennis eigen en ontstaan er variaties op het bestaande of krijgt eigen verbeelding vorm. Variaties en verschillen verruimen de denkwereld. Spelers genieten hiervan. Onder de laatste spelknop vind je een scenario voor het zelf ontwerpen en uitvoeren van een productie.
Spelen vanuit een rijk inzicht in de werkelijkheid
Inzicht draagt door uitbreiding met het beeldend denken bij tot het probleemoplossend denken. Dankzij dit inzicht ontstaat er openheid naar diversiteit, en verrijk je het volgzame na– denken met een eigen wijze van denken. Iedereen is zodoende op bepaalde terreinen inventief of creatief. Dat kan zijn in koken, planning, relaties, wiskunde of timmeren. Inventiviteit leidt tot creaties vanuit eigen standpunten, ideeën, wensen en mogelijkheden en kan leiden tot een dynamische harmonie met de omgeving. We noemen het dynamisch, omdat creativiteit iedere harmonie blijft prikkelen tot verandering.
Suggesties voor inzicht vind je hiernaast onder de knoppen.
Je vindt er ook vijf lesvoorbeelden van Maartje van Amersfoort voor ieder deelgebied een. Haar leerplan vind je bij Kunstvak Theater
Ubbergen, update winter 2021