Wij introduceren hier het voor Nederland onbekende leesdrama. Als ‘Readers Theatre’ vind je op internet vele voorbeelden voor gebruik op school; In Nederland is deze werkwijze nauwelijks bekend. Je begint natuurlijk met theaterteksten. Het gaat nu om het zich voorstellen van hetgeen ze lezen en dit zal te horen zijn in hun stemkleur. Zo zet je informatie van bijvoorbeeld theatergeschiedenis, levensbeschouwing of maatschappijleer om in een verhaal met dialogen, zodat jongeren meeleven. Informatie wordt zo méér dan feitenkennis, ervaringen uit het dagelijks leven vullen deze feiten aan. Bijvoorbeeld de situatie van vrouwelijke actrices in de zeventiende eeuw of de ellende van een kind van tien jaar, die in de duisternis van de mijnen werkt. Het accent ligt op het oproepen van verbeelding.
Bij leesdrama gebeurt dit door middel van voorlezen; zittend of staand enigszins non-verbaal meespelen is mogelijk. De focus ligt op de stem en het lezen. Door leesdrama spreekt de levende werkelijkheid achter statische feitelijke tekst tot de verbeelding. Je raakt erbij betrokken en beleeft innerlijk de consequenties mee voor een persoon in het dagelijkse bestaan. Van daaruit groeit er een mening over de feiten.
Het voor zichzelf lezen daagt de verbeelding uit: kan ik me voorstellen wat ik lees? Allerlei teksten zijn bruikbaar: gedichten, verhalen, krantenberichten, liederen, dagboekfragmenten, toneelteksten enzovoort. Het wordt levendiger in samenwerking met anderen. Stimuleer ik de verbeelding van de luisteraar door effectieve interpretatie en doorleefde presentatie van de tekst? De voorlezers gaan net als de verteller eerst zelf die verbeelding volledig binnen via het eigen voorstellingsvermogen. Het voorlezen is suggestief, want het gaat om het ontvankelijk maken van toehoorders voor verbeelding.
Bij leesdrama bestaan grote delen van het verhaal uit dialogen en het kent verscheidene voorlezers die allen in tekst een personage voor hun rekening nemen. Daarnaast leest een verteller de verbindende teksten. Er kunnen ook meer vertellers zijn. De opdracht is veilig: lees je eigen rol. De tekst in de hand geeft houvast bij het zich een houding geven. De voorlezers kunnen en hoeven daardoor niet te spelen. Jongeren leren op deze manier geen tekst van buiten, maar van binnen; zij onderzoeken de tekst (leerstof) op interpretatie en laten zien dat ze deze niet alleen begrijpen, óók verstaan. De tekst zeggers staan er als het ware middenin en krijgen van hieruit meer een totaal inzicht. Ze kunnen erin meekomen en beleven hun rol.
Voor wie zich er verder in wil verdiepen, kan aanvragen:
Een werkwijze bij bestaand materiaal
Een werkwijze bij het ontwikkelen van een eigen leesdrama
Ubbergen, update herfst 2020