Jongeren staan in een kring en joggen op de plaats. Jij zegt af en toe een zin en dan bevriest ieder in een standbeeld, vervolgens jogt ieder weer verder.
Bij de tandarts, hij gaat een gaatje boren, dat vind je doodeng; je hebt een lot in de loterij gewonnen en je bent dolblij; op je vrije dag moet je klusjes doen, je wordt er chagrijnig van; werkstuk mislukt, terwijl je er zo veel tijd in gestoken hebt. Je bent ontzettend verdrietig, want je portemonnee is gestolen; je bent verschrikkelijk boos.
Variatie: Laat het niet in een totale houding zien, alleen in het gezicht.
Bespreking: Wat is het verschil tussen een gevoel, een stemming, een emotie? Welke van de drie is meteen herkenbaar? Hoeveel emoties kun je noemen?
Geleide fantasie:
Je vertelt in korte verhalen wat er aan de hand is, de groep speelt dit fysiek uit. Ieder verhaaltje eindigt in een ’freeze’. Daarna loopt iedereen even neutraal
Te laat
Je komt thuis en weet dat je veel te laat bent en doet zo zachtjes mogelijk, als de dood dat je ouders je horen. Door het raam zie je dat vader van plan is naar de keuken te gaan en je kant opkomt. Je raakt in paniek. Wat als hij er achter komt! Proberen je te verstoppen? Dit lukt niet. Opeens sta je oog in oog met je vader, wat nu?
Je staat lang te wachten op de bus. Je moet op tijd naar school, je hebt een belangrijke toets. Op een gegeven moment komt je een bus eraan. Net als die bij jou is, rijdt hij gewoon door. Je kookt echt van binnen, wat nu?
Speciale middag
Je bent jarig en hebt een taart gekocht. Niets kan er vandaag misgaan. Vanmiddag geef je feestje en je hebt er zin in. Iemand komt naar je toe en geeft je echt een groot compliment dat je er zo leuk uitziet. Je straalt helemaal, de dag kan niet meer stuk. Dan kom je thuis. Voor je neus staat dat cadeau wat jij al zo lang wilde hebben.
Je bent bij de kapper geweest, verschrikkelijk hoe die kapper het heeft geknipt. Een etalageruit weerspiegelt je hoofd. De moed zakt in je schoenen, je hebt nergens zin in. Thuis gekomen, kijk je in de spiegel en kunt wel janken. Je besluit je haar wat bij te knippen en verpest het zo nog meer!
Solo spel
Iedereen is postbode die een brief aan een speciaal adres moet afgeven. In groepjes laten ze een bepaalde emotie zien, deze wordt erger/groter/intenser. Ze lopen naast elkaar naar voren op het publiek toe, ieder speelt voor zich. Het publiek kijkt naar alle spelers en ziet de verschillende manieren van een emotie uiten.
Aandachtspunten: de emotie wordt groter en gaat niet over in een andere emotie. Leg de aandacht op de emotie en minder op de gebeurtenis.
Tips: geef ze
daadwerkelijk een envelop in hun handen, waardoor het spel echter wordt.
een focuspunt waar ze naar kijken, als ze naar voren lopen.
Postbode
Bijverdienen door een bijbaantje. Altijd als je bij dit huis komt, krijg je de kriebels – gordijnen dicht woont hier een eng iemand?. Je durft nooit goed het pad op en blijft goed opletten. Hoor je iets – doodeng vind je het. Sluipend loop je naar de brievenbus, plots gaat de deur open. Oog in oog sta je met die griezel. Verstijfd durf je niks te doen. Zij kijkt jou indringend aan doet een stap dichterbij, nog een. Je durft niks staat daar maar en overhandigt eindelijk die brief. Je loopt voorzichtig achteruit en houdt haar in de gaten, totdat zij de deur dichtgooit. Snel ren je weg.
Een leuke buurjongen/meisje
Jij gaat naar de buren want daar woont z/hij. Als je het pad op loopt zie je hem/haar al. Oh wat zie hij/zij er weer flitsend uit. Je blijft staan kijken en voelt kriebels in je buik. Op dat moment gaat de deur open en staat die ene pal voor je neus! Daar sta je stralend en bent zielsgelukkig. Z/hij duwt een briefje in je hand met een 06 nummer. De deur gaat weer dicht. Je hebt je nog nooit zo goed gevoeld, vrolijk en blij ga je weer weg.
Hondenpoep
Vanochtend met het verkeerde been uit bed – op school een slecht cijfer. Je voelt je verdrietig. Van je vader moet je deze brief in iemand brievenbus doen. Je loopt balend het pad op – als je de brief door de brievenbus wil doen, stap je in hondenpoep. Onder je schoen kijkend, laat je de envelop in de stront vallen. Ontzettend balend sta je daar een poosje en gooit tenslotte die brief toch nog in de brievenbus. In de war ga je naar huis.
Een emotionele middag
Duo’s bedenken: Waar ze zijn, Wat ze doen, vanuit Welke emotie (voor beide dezelfde of verschillend) ze handelen, en het Waarom van deze emotie. Door een gebeurtenis (die jij aangeeft als docent) wordt de emotie groter.
Twee vissers op een boot.
De een is zenuwachtig, hij vist voor het eerst, vangt niks. De ander is geïrriteerd, omdat er muggen rond zoemen. Dan stoten op een scherpe kei en de boot maakt water. De een raakt in paniek, de ander wordt boos, de splinternieuwe boot nu al stuk! Hoe beëindigen ze deze scène?