Uit het niets komt alles voort
Wij zeggen nuchterder: Het hangt in de lucht. Je krijgt ingevingen, invallen en weet niet waar ze vandaan komen, je gaat ermee aan de slag. Het komt zomaar uit de lucht vallen. We kunnen dit spel der verbeelding zelf spelen of het spel met beelden kan zich aan ons voltrekken. Wordt het spel met ons gespeeld, dan spreken we van verbeelding ofwel fantasie. Spelen we zelf, dan verbeelden of fantaseren we. Verbeelden gaat aan iedere (re)productie vooraf. Wil je erover communiceren, dan vind je middelen om er vorm aan te geven: schilderen, dansen, spelen, vertellen. Ook tijdens het vormgeven, spin je verder vanuit intuïtie, inspiratie en impulsen. Intuïtie is je weten vooruit en impulsief heb je vaak al iets aangepakt voordat je er over nagedacht hebt.
N.B.
We hebben hier het begrip verbeelden besproken als een innerlijke activiteit, die voorafgaat aan het uiten en vormgeven. Het begrip verbeelden wordt in de Beeldende kunst echter ook gebruikt in de betekenis van: in beelden vertonen. Spel/theater gebruiken daarvoor de term ‘vormgeven’. Cultuur in de spiegel (Barend van Heusden 2010) gebruikt verbeelden als vormgeven zoals de beeldende kunst. Hij sluit daarmee niet aan bij de podiumkunsten: dans, spel/theater en muziek. Cultuur in de spiegel kan o.a. daardoor niet richtinggevend zijn voor de podiumkunsten.
Verbeelding
kan zowel
– abstract als concreet zijn: je hoort een zin of woord, ziet innerlijk een figuur van lijnen en kleuren of concrete vormen.
– realistisch als fictief zijn: je ziet een tijger op je afkomen of buitenaardse wezentjes dansen.
– ineens in een totaalbeeld of zich associatief ontwikkelen.
Een oorzakelijk verband is vaak afwezig. Verbeelding overkomt je in flitsen van inzichten of ideeën. Normen, taboes of dwang tot logica werken remmend op het vrijuit laten stromen ervan. Ontvankelijkheid stimuleer je door inspirerende opdrachten, de kunst van het vragen stellen of aanbod van auteurs. De beeldende taal hangt als het ware een voorstelling tussen auteur en hen in de lucht. Ieder hoort en ziet een eigen interpretatie en raakt in de ban.
Ontvankelijk voor verbeelding
Bij fantasie ben je ontvankelijk voor innerlijke beelden. Je bent weg uit het hier en nu, de beelden zijn exclusief voor jou. Boeien de beelden je – geef je er betekenis aan? Ontglippen de beelden je? Verbeelden is een spel met innerlijke beelden, deze zijn ‘multi–sensorisch’, ze kunnen zich via alle zintuigen aan je presenteren. Het is persoonsgebonden of je beelden ziet, hoort, voelt; of je ze vaag, helder, in geuren en kleuren of zwart-wit waarneemt. Een componist hoort innerlijk muziek alvorens deze te noteren. Vaak groeien beelden al schilderend of spelend. Beelden ontglippen door onderbrekingen als wekker, schoolbel of iets dat valt. Het ‘openen’ van verbeelding, vraagt om treffende opdrachten en vragen op het juiste moment.
Verbeelden
Literatuur, beeldende kunst, theater zijn naast de werkelijkheid inspiratiebronnen. Fantaseren vraagt je voorstellingsvermogen in te schakelen om het onbekende ‘te zien’ vanuit eerdere waarnemingen en verbeelding. Het onbekende stel je samen uit bekende delen: Hoe leefde de prehistorische mens ? Stel je lopende vissen en mensen met vleugels voor. Dit zet aan tot:
spel: ‘ we bouwen een hut, bewerken het land en krijgen een kind’;
dagdromen: ‘ooit zal ik vleugels hebben en dan…..’;
toneelkunst: Icarus, Medea, Hamlet;
plannen en actie: protestacties voor behoud van het milieu of tegen drugsdealers.
Door het inleven en beleven ontstaat er een vermoeden van betekenis. Zij halen de voorstelling ‘uit de lucht’ en geven deze op de spelvloer vorm. Terwijl eigen verbeelding doorstroomt (ideeën, associaties en spelimpulsen van medespelers) spelen ze door. Als spelers zich levende gebeurtenissen voorstellen, wordt het inleven en beleven ervan voor hen mogelijk en ontstaat er een vermoeden van betekenis.
Inspireren tot zich verbeelden
Fantaseren of associëren stimuleer je met vragen: hoe zou je daar lopen? hoe ruikt het, vreemd-vertrouwd ? Door inleven en beleven ontstaat er een vermoeden van betekenis. Spelers geven hetgeen ze zich voorstellen vorm op de spelvloer. Terwijl eigen verbeelding doorstroomt (associaties en spelimpulsen van medespelers) spelen ze door. Doorvragen of stimuleren op het verkeerde moment, blokkeert de stroom aan beelden.
Verbeelding geeft een dimensie aan hetgeen we waarnemen. Dat wil zeggen de beelden komen tot leven, komen in actie en versterken het voorstellingsvermogen over de betekenis van die beelden. We constateren niet slechts hetgeen we waarnemen, ook wat het bij ons oproept aan gevoelens en gedachten. Voorstellingsbeelden inspireren en ondersteunen kunstenaars in het vormgeven van verbeelding. Zij inspireren en stimuleren de wetenschap tot functionele uitvindingen en ontdekkingen.
Kerncompetenties van de mens
Spel draagt wezenlijk bij aan de integrale onderwijsdoelen ( wet op het basisonderwijs), die de menselijke mogelijkheden benoemen als zintuiglijk, motorisch, sociaal emotioneel, cognitief en creatief. We staan hier stil bij de Zintuiglijke competenties en verbeelding.
Kunsten accentueren vanuit ieders discipline de zintuiglijke waarneming en het intuïtieve kennen. Wetenschap focust waarneming op uiterlijk waarneembare zaken, ze veralgemeniseert en abstraheert deze. Veel van beeld, geluid en gevoel gaat verloren. We beschikken over een innerlijke bron van kennis. Het leven is niet logisch en logica niet altijd menswaardig. Het associatieve beeld denken daagt uit je voor te stellen hetgeen je bedenkt, waardoor je beseft wat je meent te weten. Als je speelt doordesemt de verbeelding de andere vier elementen (instrument, samenspel, vorm en betekenis) en dankzij spel ontwikkelt verbeelding zich verder.
Ontwikkeling is mogelijk door:
- Openstaan voor gerichte zintuigervaringen
- Intensiveren van zintuigbeleving;
- Stimuleren van het associatie vermogen;
- Zich vanuit de waarneming inleven in iets of iemand;
- Ontdekken en gebruiken van zintuigen als informatiebron voor theater;
- Onderscheiden van spel en werkelijkheid;
- Beleven en waarderen van professionele voorstellingen;
- Verwoorden van de waarneming.
Competent in
- Ontvankelijkheid voor verbeelding door luisteren , lezen en dit te willen zien.
- Het zien van voorstellingen (theater, dans, mime, muziek- of multimediatheater, film etc.) die bepaald zijn door vormgevers. Jouw aandeel erin is je interpretatie: zo zie ik het ofwel jouw inkleuring van hetgeen je ziet.
- Het verbeelden ofwel het zelf fantaseren en associëren. Je bebroedt zelf je ‘ei’ als het ware om daarna te komen tot het vormgeven van eigen ideeën, associaties en meningen met de volgende spelkwaliteiten. ‘Kan niet’ speelt hier nog niet mee.
Spelsuggesties
Spelsuggesties voor zich verbeelden en verbeelding oproepen, vind je hiernaast onder de knoppen. Ze kunnen op zichzelf staan en aanleiding zijn tot speels spel. Ze bieden inspiratie aan vervolgopdrachten voor één van de andere te trainen spelelementen. Geef zo vaak als mogelijk spelers ook bij de andere spelelementen eerst ruimte en tijd om hun eigen verbeelding en voorstellingsvermogen op te roepen. Bij tijd en wijle volledig in een element zijn, straalt af op het totaal. Geen van de elementen kunnen zonder elkaar, nu eens staat het ene dan weer het andere centraal in een training. In spelsituaties komen ze allemaal samen. Spelen in gedachten kun je niet delen met anderen tenzij je er beweging, klank, beeld en woord aan geeft. Zonder het fysiek ofwel het instrument kun jij je niet uitdrukken (expressie) en niet communiceren.
Verzoek
- Als verbeelden centraal staat in een les, moet het spelers en jezelf als begeleider duidelijk zijn, dat het nu niet gaat om het eventueel gebrekkig vormgeven.
- Realiseer je hoeveel tijd alle spelers werkelijk actief betrokken zijn. Hoeveel tijd jij nodig hebt voor uitleg, organisatie en nabespreking. Streef naar efficiëntie, zodat er speeltijd is in de toegewezen lestijd. Kwaliteit ontstaat in rust, ruimte en via inspirerende opdrachten en begeleiding.
Je vindt bij Inzicht een lesvoorbeeld voor elk element van Maartje van Amersfoort. Haar leerplan vind je bij Kunstvak Theater
Ubbergen, update winter 2021