Readers Theatre
Allerlei teksten zijn bruikbaar: gedichten, verhalen, krantenberichten, liederen, dagboekfragmenten, toneelteksten. Het gaat om het je voorstellen en in stemkleur laten klinken van hetgeen je leest. Zet informatie van theatergeschiedenis, levensbeschouwing of maatschappijleer om in een verhaal, zodat jongeren meeleven. Informatie wordt zo méér dan feitenkennis, ervaringen uit het dagelijks leven vullen feiten aan. Bijvoorbeeld actrices in de zeventiende eeuw of een tien jarige in de duisternis van de mijnen. Het accent ligt op het oproepen van verbeelding. De focus ligt op de stem en het lezen, enigszins non-verbaal meespelen is mogelijk. De werkelijkheid achter de feiten spreekt tot de verbeelding. Je raakt erbij betrokken en beleeft consequenties voor een personage in het dagelijkse bestaan. Van daaruit groeit er een mening over feiten. Er zijn dialogen en meerdere voorlezers, die ieder een personage voor hun rekening nemen. Daarnaast een of meerdere vertellers voor de verbindende teksten.
De waarde van leesdrama
- rekening houden met taboes op toneelspelen in sommige culturen;
- aansluiten bij verhaaltradities;
- het voorstellingsvermogen draait op volle toeren, de betrokkenheid groeit zienderogen,
- inzicht in de concrete werkelijkheid van ginds en toen;
- tegemoet komen aan jongeren die zelf niet centraal willen staan en wel enthousiast zijn om iets naar voren te brengen.
- ieders eigen mogelijkheden (vertellen, rolvertolking, geluiden maken) komen naar voren;
- bewustwording en behoefte aan stemtraining in stemkleur en zeggingskracht oproepen.
- aansluiten bij leerstof uit andere vakgebieden en deze multi-sensorisch, cognitief en creatief verwerken, omdat leerstof op deze manier doorleefde spelwerkelijkheid wordt;
- jongeren analyseren stukje bij beetje al lezend een deel van de tekst en dat is plezieriger dan een heel verhaal ineens. Ze begrijpen het hele verhaal sneller, doordat ieder een deel voor eigen rekening neemt en voor de anderen verheldert.
- Leesdrama kan een spreekbeurt vervangen. Een jongere die een verhaal gevonden heeft, vertelt aan de medelezers precies hoe ze het moeten lezen en waarom. De zeer inventieve jongere heeft informatie en ideeën verwerkt in een eigen verhaal met dialogen.
Voor jezelf lezen
Het voor zichzelf lezen daagt de verbeelding uit: kan ik me voorstellen wat ik lees? Het wordt levendiger in samenwerking met anderen. Stimuleer ik de verbeelding van de luisteraar? Voorlezers gaan eerst zelf de verbeelding binnen. Het voorlezen erna is suggestief om toehoorders ervoor ontvankelijk te maken. De tekst in de hand geeft houvast bij het zich een houding geven. Voorlezers hoeven niet te spelen en leren op deze manier geen tekst van buiten, maar van binnen. Zij onderzoeken de tekst (leerstof) op interpretatie en laten zien dat ze deze begrijpen en aanvoelen. Tekst zeggers staan er als het ware middenin en krijgen hierdoor een totaal inzicht. Ze komen erin mee en beleven hun rol.
Presentatiegericht lezen
Jongeren bespreken:
- waar ze gaan staan of zitten met de tekst;
- welke uitdrukking(en) ze aannemen;
- of ze handelingen en/ of bewegingen maken en zo ja welke;
- hoe een voorwerp of verkleedstuk de rol verduidelijkt;
- het binnenkomen en weggaan (bijvoorbeeld: binnenkomen: staan en opkijken; weggaan: neerkijken en zitten);
- of lezers die op een bepaald moment niets hoeven te doen, op het speelvlak blijven (bijvoorbeeld zitten en kijken naar degene die leest).
Ieder zit in groepjes rondom een tafel en is gelijktijdig bezig totdat ieder tevreden is en voor de groep het verhaal wil voorlezen. Voor wie zich er verder in wil verdiepen, neem contact op.
Ubbergen, update winter 2021